‘Ik heb de tijd’

3

Oscar Hammerstein (60) hield een dagboek bij vanaf het moment dat bij hem hiv werd geconstateerd. ‘Schrijven heeft iets therapeutisch, daarnaast is een dagboek natuurlijk vreselijk handig als je een autobiografie schrijft.’

Het is een druilerige maandagmiddag als we aankomen bij het monumentale pand van Hammerstein op de Herengracht. We worden binnengelaten door een knappe jongeman die ons in de hal koffie aanbiedt. ‘De heer Hammerstein komt zo bij u’, laat hij vriendelijk weten. We gaan op het antieke bankje zitten in afwachting van de bekende advocaat die zijn autobiografie heeft geschreven.

Het boek leest als een jongensroman, Pietje Bel in advocatenland, met spannende avonturen, interessante (en vaak humoristische) achtergrondverhalen en een optimistische no-nonsense attitude.

Hammerstein neemt je in zijn boek mee langs drie belangrijke gebeurtenissen in zijn leven: zijn diagnose met hiv in 1988 en zijn strijd om te overleven, zijn zes weken gevangenschap in 1994 en de dood van Pim Fortuyn in 2002. Stuk voor stuk onderwerpen met genoeg drama om meerdere boeken te vullen, knap gesneden in een vorm die de drie onderwerpen met elkaar verbindt.

Het bijzondere aan Hammerstein is dat als je hem ontmoet, je erachter komt dat hij een hele lieve, innemende man is. Volstrekt anders dan zijn arrogante dandy imago uit de media. Natuurlijk, hij spreekt weloverwogen, maar de bravoure die van de 384 pagina’s van zijn autobiografie afspat, lijkt ineens ver weg als je tegenover hem zit. Hijzelf vindt het opmerkelijk dat mensen die hem helemaal niet kennen, door het boek wel dit gevoel krijgen.

Behandelend arts en goede vriend Sven Danner vond dat Hammerstein iets met zijn verhalen en anekdotes moest doen. ‘Jij kunt het, anderen niet meer.’ Hammerstein: ‘Een boek schrijven is iets heel anders dan een juridisch betoog houden, dus dat vergde wel wat aanpassing. Daarbij had ik zoveel verhalen dat het boek vijf keer zo dik had kunnen worden. Een goede structuur was wel nodig en zo kwam ik uit op deze drie omslagpunten in mijn leven.’

Het viel ons op dat er in het boek nogal wat namen voorbij komen van mensen die niet erg ethisch met je zijn omgegaan rond de tijd dat je beschuldigd werd van witwaspraktijken. Is het boek ook een soort afrekening?

‘Nee, het is geen afrekening. Natuurlijk ben ik na mijn vrijspraak een aantal jaren heel erg boos geweest op bepaalde mensen. De collega’s met wie ik indertijd werkte, hebben me bijvoorbeeld laten vallen als een baksteen en de media (met de Telegraaf voorop) waren belachelijk vooringenomen. Er zijn ook nu nog mensen die van schaamte snel achter een pilaar duiken als ik eraan kom, maar met de meeste spelers van die tijd heb ik inmiddels wel weer een hoffelijke relatie opgebouwd. Het heeft zeker zes jaar geduurd voor ik van ‘witwassende advocaat’ weer gewoon bekende advocaat was. Maar tijd heelt alle wonden en zoals men zegt: wie lang genoeg aan de oever van de rivier zit, ziet de lijken van zijn vijanden voorbijdrijven.’

Je wist in 1988 al dat je seropositief was, maar je kwam er pas jaren later mee naar buiten. Waarom was dat?

‘Ja, als in chocoladeletters in de Telegraaf staat dat je aids hebt, ontkom je er natuurlijk niet aan. Ik was dat hele jaar al negatief in het nieuws geweest in verband met die vermeende witwaszaak, dus een ongewilde outing kon er ook nog wel bij. Vóór die tijd wist alleen een select aantal mensen dat ik seropositief was. Ik was er van overtuigd dat als iedereen het zou weten, dat het einde van mijn praktijk zou betekenen. Gelukkig bleek dit niet het geval en was ik nog net op tijd voor de cocktails.

Daarvoor moest ik wel eerst naar een dokter in de Verenigde Staten, want het duurde nogal een tijd voor de medicijnen hier werden goedgekeurd. Daar heb ik nog een kort geding tegen de staat over aangespannen, dat mee heeft geholpen de boel te versnellen. Ik heb nog lange tijd alle verpakkingen van de medicijnen bewaard, zodat als ik zou overlijden, mijn vrienden en familie zouden kunnen zien dat ik echt alles had geprobeerd om in leven te blijven.’

Lees de rest in hello gorgeous #6

Tekst Gerrit Jan Wielinga Fotografie Henri Blommers

3 reacties

  1. Love it! Zeker de artikelen handelende over Surinamers in Nederland en omgekeerd……

Leave A Reply